dinsdag 2 juni 2015

Kantoorkippen

Het geld is op. Zoals zo velen hou ook ik vaak een stuk maand over aan het einde van mijn stufi. Ofja stufi; lening. Stufi is natuurlijk een idyllisch fenomeen uit vroegere, betere tijden. De laatste maanden smeet ik mijn centjes wel erg hard over de balk en dat betekent dat er gewerkt moet worden. Vol goede moed ben ik dan ook meerdere uitzendbureau’s binnengerend en nu knap ik de ene klus na de andere op. Twee weken geleden had ik een receptiedagje en daar had ik uitgebreid de kans om het kantoorleven eens te analyseren…

Het is dinsdagochtend en ik val vandaag in als receptioniste bij een kantoortje in Utrecht. De koffie wordt aan alle kanten naar binnen geslurpt alsof men na dagen in de woestijn eindelijk een glas water wordt aangereikt en al snel wordt duidelijk dat ik de verkeerde dag heb uitgekozen om op dit kantoor te gaan zitten. Het was de dag van de halve finale van het Eurovisie Songfestival. De montere kantoordames zingen al de godganse tijd het deuntje van Trijntje en discussiëren luid over de verkeerde kledingkeuze. Ik zit hier middenin en begin me af te vragen in welk kippenhok dat zichzelf een kantoor noemt, ik ben beland.

Al snel wordt duidelijk dat deze kantoordames tussen het nutteloze gekakel door ook tijd vrijmaken voor hielenlikkerij. Één van hen staat bij mijn bureau als de directeur binnensjokt en vertelt me dat hij toch zooo hard werkt, maar af en toe wel een beetje een brompot is. Hihi. De verslonste directeur geeft me een slap handje, zegt dat ik zelf drinken mag pakken en voegt daar met emotieloze stem de misplaatste grap “koffie, thee, bier…” aan toe. De kantoorkippen schateren het uit. Joe, bedankt.

Tijd voor taart! Één van de duidelijk al jaren vastgeroeste werknemers is jarig en trakteert. Voor de kippen is dit natuurlijk de uitgelezen mogelijkheid om samen te scharrelen en alle ins en outs uit hun levens te bespreken: Trijntje, baby’s, zwangerschappen, baby’s, afvallen, Trijntje. De directeur staat op en zegt met een zweem van sarcasme dat hij zo bekend staat om zijn kleurrijke speeches en daarom maar helemaal niks zegt. Hij werpt de jarige een envelop toe en de kantoorkippen proesten het weer uit.

Een paar uur later zit ik aan mijn achtste kop koffie en even lijkt het erop dat de dames allemaal echt aan het werk zijn. In de rust kun je de hersens bijna horen kraken. Één kip kijkt diep in gedachten naar een andere kip, neemt nog een slokje van haar groene thee met cranberry en heel even dacht ik dat ze haar collega iets belangrijks ging vragen. Jammer, we waren zo dichtbij…

Kip 1:     Hé Marsha, wat zit je haar trouwens leuk? Is er iets anders? Ander kleurtje?
Kip 2:     Nee, eigenlijk niet?
Kip 1:     Oh, het lijkt lichter!
Kip 2:     Jaaa, ik heb geen gel in vandaag. Misschien is dat het. Ik vind dat de laatste tijd toch niet 
               meer zo leuk hoor… blablabla… plakkerig… blabla… en ja m’n vriend…. blablabla…
Kip 1:     Ja, dat zal het zijn. Nou, staat je goed hoor!
Kip 2:     Nou, wat leuk dat je dat zegt! Heel leuk vind ik dat. Dankjewel, hihi.
Kip 1:     Hihi.


Als ik om 17:00 uur dankbaar mijn tas pak en eindelijk op de fiets naar huis zit, betrap ik mezelf erop dat ik Trijntjes lied in m’n hoofd heb. Ik sla mezelf voor m’n hoofd en verbaas me over de taferelen die ik vandaag heb mogen bewonderen. Zo verschrikkelijk dom waren ze echt niet, maar is het wekende leven dan gewoon zo saai dat Trijntjes optreden echt het hoogtepunt van je dag wordt? Mocht ik ooit zoals deze kantoorkippen worden, zet mij dan maar op stok.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten