Het is een vreselijk koude,
druilerige dag in Utrecht en ik heb me alleen op de bank – onder een
fleecedeken en met een kop Winterglow-thee
– teruggetrokken. Boven, onder en naast mij hebben mijn huisgenoten precies
hetzelfde gedaan, waardoor we nu allemaal apart een beetje melancholisch zitten
te zwelgen in zelfmedelijden. Waar ik gek van word, is van die zeurderige winterdip
waar we met z’n allen in lijken te kruipen op het moment dat de weergoden ons wat
minder goed gezind zijn; die mentaliteit van binnen blijven en langzaam
verleppen, verwelken en wegteren in een soort nationale neerslachtigheid waar
alleen de cv, knuffels en Pickwick ons nog uit lijken te kunnen trekken.