zondag 24 april 2016

Een lofzang op de levenslust

Het is een vreselijk koude, druilerige dag in Utrecht en ik heb me alleen op de bank – onder een fleecedeken en met een kop Winterglow-thee – teruggetrokken. Boven, onder en naast mij hebben mijn huisgenoten precies hetzelfde gedaan, waardoor we nu allemaal apart een beetje melancholisch zitten te zwelgen in zelfmedelijden. Waar ik gek van word, is van die zeurderige winterdip waar we met z’n allen in lijken te kruipen op het moment dat de weergoden ons wat minder goed gezind zijn; die mentaliteit van binnen blijven en langzaam verleppen, verwelken en wegteren in een soort nationale neerslachtigheid waar alleen de cv, knuffels en Pickwick ons nog uit lijken te kunnen trekken.



            Ierland heeft ook een kutklimaat. Het regent er tweehonderd dagen per jaar en zelfs in de zomer wordt het er gemiddeld niet warmer dan negentien graden. Echter, in plaats van daar constant over te zeiken en zich als een slak terug te trekken in zijn huis, gaat de doorsnee Ier gewoon vrolijk naar de pub. Hij gaat naar zijn vrienden, maakt muziek, drinkt een Guinness, praat, lacht en proost op het leven. Geen individualistisch isolement, maar collectief contact. Dat stukje mentaliteit, die fuck-it-laten-we-gewoon-genieten-gedachte, dat is precies wat wij winterdippers nodig hebben. Uit de plenzende regen de warmte van een bruine kroeg binnenstappen, waar je verwelkomd wordt door een lading vriendelijkheid, muziek, gemoedelijkheid en gezelligheid; daar gaat je hart toch per direct sneller van kloppen? Bourgondisch, dat is het. Een lofzang op het leven.
            Nee, het is inderdaad niet goed voor je als je elke dag compleet bollixed de kroeg uit komt waggelen – fluthered, gee-eyed, ossified, paralytic, plastered, rat-arsed of enig ander schitterend synoniem dat de Ieren ervoor hebben. Dat is ook niet wat ik betoog. Waar het me om gaat, is dat je een keuze hebt en wij geven ons bij winterse kou veel te snel gewonnen. Mensen klagen, ze kunnen het allemaal niet verdragen en zagen maar door over dat huilerige druilerige. Wat de Ieren gewoon beter doen dan wij, is dat ze zich niet onderwerpen aan die sippige dip. Hoe simpel het ook klinkt: ze maken er gewoon niet zo’n probleem van. Waar wij ons na Rokjesdag pas naar buiten begeven, is dit voor de Ieren gewoon de manier van leven.
            Geef het weer dus niet zo snel de schuld van al je pijntjes en niet-fijntjes. Vaak is het echt je mentaliteit die het je zo moeilijk maakt. Dus mocht je weer de neiging krijgen om je dagenlang in eenzaamheid op te krullen op de bank, denk dan even aan onze vrolijke vrienden en hoe de regen het gras daar niet minder groen maakt. Ze mogen dan conservatief zijn, in leprechauns geloven, politieke campagnes nog via slecht gefotoshopte billboards aan lantaarnpalen voeren en je nog steeds sssht’en wanneer je net iets te luid over de IRA praat. Maar geef toe, ergens heeft dat fijne volkje het toch verdomd goed voor elkaar.


Deze column zal verschijnen in Geestdrift magazine, het blad van de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht (mei 2016).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten