dinsdag 14 april 2015

Treinperikelen: spitsuur op het station

Wat is de treinende mens toch een vreemd wezen. De afgelopen maanden liep ik iedere dag stage in Amsterdam en moest daarvoor dus vanuit Utrecht met de trein. Iedere ochtend kwam ik, na net iets te laat te zijn vertrokken, gehaast en bezweet op het station aan. Opgelucht dat ik het had gehaald bereidde ik me voor op twintig minuten bijkomen in de trein, maar niks was minder waar. Het perron is namelijk een strategisch slagveld. Iedere dag drommen honderden mensen zich samen met allemaal hetzelfde doel: een zitplaats bemachtigen in de trein. En dat is een strijd. Een tactisch spelletje, waarbij je de spelregels goed moet kennen om ook maar enige kans te maken op succes.

Het begint allemaal al met je plek op het perron. Als je te vroeg bent kun je rustig even op een bankje  zitten, maar in de vijf minuten voor de trein komt, is zitten praktisch zelfmoord. Vooraan ga je staan, het liefst al net iets over de witte streep. Je kijkt op je telefoon en vervolgens enigszins geïrriteerd naar het lege spoor in de richting vanuit waar de trein moet komen. Niet dat dat de trein zal versnellen, maar goed, je kijkt toch.

Dan zie je de geel-blauwe gestalte verschijnen en staan je zintuigen op scherp. Alle idioten om je heen beginnen met de trein mee te lopen en je twijfelt even of je dat ook moet doen. In plaats daarvan besluit je de deuren in de gaten te houden en wanneer de trein bijna stil staat, hol je als een malle naar de dichtstbijzijnde deur. Ook hier is je positie van essentieel belang. Bij de deur vormt zich aan beide zijden een driehoekje van mensen. Het dichtst bij de deur is de winnaarsplek, die persoon kan straks in ieder geval zitten. Via de twee lange zijden van de driehoek kun je je er meestal ook nog wel tussen wurmen, behalve als je achter iemand met een fiets of een kinderwagen staat. Vergeet het maar, dan ben je sowieso fucked. In het midden van de driehoek zul je van beide kanten zo hard samengedrukt worden dat de kans op een zuurstoftekort groter is dan de kans op een zitplaats, dus daar kun je het ook maar beter meteen opgeven. Pure wiskunde.


Wanneer de posities zijn bepaald, begint het zenuwslopende wachten op de treinverlaters. Een enorme massa probeert zich eerst nog door de driehoekjes naar buiten te persen en verhindert daarmee jouw zoektocht naar de ultieme zitplaats. Ongeduldig kijk je om je heen; gaan er bij de andere deuren ook zoveel mensen uit? Zal ik nog naar die volgende deur rennen om mijn kansen te vergroten? Een enkeling wisselt van rij, maar jij blijft staan. Je hebt inmiddels de laatste treinverlater gespot en lacht een vuile glimlach. Je sprint zo snel als je kunt naar binnen en… fuck! Eerste klas! Je rent door naar de volgende coupé en tot je grote schrik zie je dat die vanaf de andere kant al flink wordt gevuld. Je ziet nog net dat ene plekje naast die dikke meneer en strijkt opgelucht neer. Zo, gelukt, nu kan de dag gaan beginnen. In stilte vervloek je het spitsuur en zweer je jezelf dat je nu echt een auto gaat kopen. Dit nooit meer. Oh nee, morgenochtend weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten